Al 25 jaar samen elke dag beter
Wat begon met één ziekenhuis en een handvol huisartsen is nu een landelijk platform met diverse digitale diensten: van verwijzingen tot labaanvragen, van Adviesconsult tot Boards voor netwerkzorg. Al 25 jaar maken we met technologie meer ruimte voor mensenwerk in de zorg. Dat doen we niet alleen, maar samen met zorgprofessionals, klanten, leveranciers en partners. Hoe kijken alle betrokkenen naar een kwart eeuw ZorgDomein? We zoeken het dit najaar uit via deze serie interviews.
ZorgDomein heeft veel te danken aan de zorgprofessionals door heel Nederland die aan hetzelfde doel werken: betere zorg door betere samenwerking. Mensen zoals Marga Driessens van Frisius MC Leeuwarden. Twintig jaar geleden begon ze in Heerenveen met de invoering van het verwijsmodel in één ziekenhuis; zo’n vijf jaar later was vrijwel de hele provincie op het platform aangesloten. Ook nu nog is Marga een bevlogen ZorgDomein-coördinator: “Met de komst van ZorgDomein is de relatie tussen specialisten en huisartsen blijvend verbeterd.”
Marga Driessens maakte in 2005 kennis met ZorgDomein, dat toen nog opereerde onder de vleugels van consultancybedrijf Plexus. “Ik werkte destijds in het ziekenhuis Tjongerschans in Heerenveen als senior adviseur bureau managementondersteuning. In die tijd was de samenwerking tussen het ziekenhuis en de huisartsen in de omgeving niet goed. Huisartsen en specialisten wisten van elkaar niet goed wat ze precies deden en wat wederzijdse verwachtingen waren, en dat heb je natuurlijk wel nodig als je patiënten naar elkaar doorverwijst.”
‘Patiënt wil door u gezien worden’
De toenmalige directeur van Tjongerschans had gehoord van een mogelijke oplossing voor dit probleem: het verwijsmodel van ZorgDomein. Marga werd aangesteld als projectleider om dit model te implementeren. “Het aantrekkelijke van dat verwijsmodel was – en is eigenlijk nog steeds – dat je met de ziekenhuisafdelingen en de huisartsen om de tafel gaat zitten om duidelijke afspraken te maken. Daarvoor moet je elkaar eerst leren kennen en een vertrouwensband opbouwen. Het hele digitale doorverwijzen heeft natuurlijk ook zijn voordelen, maar de samenwerking die daaraan vooraf gaat is volgens mij cruciaal.”
Om in haar opzet te slagen, moest Marga aan beide zijden de geesten rijp krijgen. “Ik begon in 2005, met de nodige hulp van ZorgDomein. Aan de ene kant bouwde ik een goede relatie met de huisartsen op; we vormden een projectgroep, waarin ook de regionale huisartsenvereniging zat. Het project zou niet mogelijk geweest zijn zonder een intensieve samenwerking met een zeer bevlogen huisarts uit de regio. Aan de andere kant moest ik onze eigen specialisten warm maken voor de samenwerking. Daarvoor ging ik met grote regelmaat de boer op binnen het ziekenhuis. Toen zag ik pas echt hoe hoog de nood was. Ik weet nog dat een van onze specialisten me een zogenaamde verwijzing van een huisarts liet zien. Dat was gewoon een receptenbriefje, waarop gekrabbeld stond: ‘Patiënt wil door u gezien worden’. Waar moet je dan als specialist beginnen? Daar kun je natuurlijk
helemaal niets mee. Nog los van al die patiënten die hun verwijsbriefjes kwijtraakten of thuis op tafel lieten liggen.”
Opeens stonden de specialisten te springen
Na twee jaar, in 2007, was het gelukt om de eerste vakgroepen op ZorgDomein te krijgen en de eerste huisartsen aan te sluiten die daadwerkelijk digitaal gingen verwijzen. Daarmee werden goede resultaten geboekt: de specialisten merkten dat ze betere verwijzingen kregen en een stuk efficiënter konden werken. Marga: “Met andere vakgroepen ben ik wel drie jaar bezig geweest. Dan zeiden ze steeds als ik vertrok: ‘Kom gerust nog eens, maar we doen toch niet mee.’ Maar na drie jaar waren ze de allerlaatste afdeling van het ziekenhuis en toen stonden ze opeens te springen om wél mee te doen.”
Vanwege de goede resultaten werd de samenwerking van Tjongerschans met de huisartsen hét voorbeeld voor de rest van de provincie. Marga: “Allereerst wilde het ziekenhuis in Leeuwarden samen met de huisartsen ook meedoen aan het verwijsmodel van ZorgDomein. Vanwege mijn ervaring werd ik gevraagd om het project in Leeuwarden te begeleiden. Mijn collega’s en ik wisten inmiddels hoe zo’n projectgroep rond de implementatie werkte, dus dat deden we grotendeels zonder hulp van ZorgDomein. Ook dat werd een succes, en een jaar later wilde de hele provincie Friesland een aansluiting op ZorgDomein: alle ziekenhuizen én natuurlijk de huisartspraktijken. Daarvoor werkten we samen met de Friese huisartsenvereniging en de zorgverzekeraar. Friesland Zorgverzekering gaf elke huisarts een klein bedrag per verzekerde als men digitaal ging verwijzen. De medewerkers van ZorgDomein trokken de provincie in om de huisartsen daadwerkelijk aan te sluiten en instructies te geven. Een intensieve, maar ook hele leuke periode.”
ZorgDomein is een zeer levend organisme
In 2010 zat vrijwel heel Friesland op ZorgDomein, maar daarmee zat Marga’s werk er nog lang niet op. “De eerste paar jaar hielden we regelmatig een evaluatie: neemt het aandeel van digitale verwijzingen wel toe, welke praktijken blijven achter, welke vakgroepen kunnen hun aanbod beter presenteren? Daar gingen we dan achteraan. Overigens wilden ook de verpleeghuizen meedoen; toen hebben we samen met ZorgDomein gekeken hoe we dat mogelijk konden maken.”
De samenwerking tussen de vakgroepen en de huisartsen die bij de implementatie van ZorgDomein is ontstaan, bestaat nog altijd. Marga: “We houden geregeld overleg, zowel inhoudelijk als op het verwijsvlak. In het ziekenhuis komt iedere vakgroep eens in de twee jaar aan de beurt. Dan nemen we bijvoorbeeld door naar welk zorgaanbod weinig verwezen wordt; dat kunnen we dan mogelijk schrappen. Zo was er een vakgroep die per verwijsreden in de naamgeving alle producttypes aanbood: regulier, spoed, verkorte toegangstijd zonder specifieke criteria. Dat is leuk voor de volledigheid, maar té veel zorgproducten maakt het voor de huisarts alleen maar lastig kiezen. Dat zorgaanbod halen we dan in overleg uit de ZorgDomein-etalage.”
Marga hoort uit andere regio’s wel eens dat ‘het systeem staat’ en ze er weinig tot geen werk meer aan hebben, maar die ervaring heeft zij niet. “ZorgDomein is een zeer levend organisme, dat je goed moet bijhouden. De vakgroepen en poliklinieken zelf zijn daar erg alert op. Ze vragen zich regelmatig af: zijn de toegangstijden nog correct, klopt de bereikbaarheid? En klopt de inhoudelijke structuur nog? Soms is er nieuw zorgaanbod, zoals een combi-poli van verschillende specialismen. Dat moet dan worden toegevoegd. De huisartsen rekenen er ook op dat het zorgaanbod up-to-date is en als ze iets missen, dan is het: even Marga bellen.”
Vertrouwen tussen zorgprofessionals is de basis
Marga Driessens is de afgelopen jaren zo intensief met ZorgDomein bezig geweest, dat veel collega’s haar automatisch als ‘Miss ZorgDomein’ zien. “Alsof ik het op mijn voorhoofd heb staan,” zegt ze. “Ik ben er ook wel eens twee, drie jaar tussenuit geweest, maar dan kwamen ze tóch naar mij toe met hun vragen. Mijn huidige functie heette eerst ‘Coördinator integrale zorg en MCC’ en ik heb daaraan ‘en ZorgDomein’ laten toevoegen. Want het MCC, het Medisch Coördinerend Centrum, zit net als ZorgDomein heel erg op de werkrelatie tussen de specialisten en de huisartsen.”
Die werkrelatie, Marga kan het niet genoeg benadrukken, is gebouwd op wederzijds vertrouwen. Marga: “Toen we ZorgDomein jaren geleden wilden invoeren, was er één punt waarmee ziekenhuizen het moeilijk hadden: het vermelden van zorgaanbod met een verkorte toegangstijd. Daarmee krijgen huisartsen de mogelijkheid om patiënten met een subacuut probleem – bijvoorbeeld een hartritmestoornis – voorrang te geven in het ziekenhuis. Als het goed werkt, is dat logistiek gezien heel handig. Maar je geeft daarmee als ziekenhuis wel een deel van de regie uit handen aan de huisarts: je moet erop kunnen vertrouwen dat die daar goed mee omgaat.
De laatste jaren zie je dat ziekenhuizen weer gaan triëren: ze gaan aan de poort de verwijsbrief inhoudelijk beoordelen. Is de verwijzing van de huisarts naar de goede plek verwezen en past de getoonde toegangstijd wel bij de urgentie van de vraag? Die triage kost veel tijd en energie. Als je ZorgDomein goed inzet zou het eigenlijk overbodig moeten zijn, zo was destijds de gedachte.
De vakgroep moet goed zichtbaar maken waar je wanneer terecht kunt met welke aandoening én de getoonde toegangstijd naleven, want dat is wat de huisarts met de patiënt bespreekt in de spreekkamer. En de huisarts moet het verwijsprofiel volgen als voorbereiding op het consult, want zo kan de specialist het consult goed uitvoeren. Samenwerken is mensenwerk en als je elkaar kent en vertrouwt is dat het beste voor het leveren van goede patiëntenzorg. En daar doen we het tenslotte allemaal voor.”